Flitsen van herinnering (een topje van de berg):
Leren schrijven, bij juffrouw van Andel, met inkt. Ik kon er niks van.
Om dat te verstoppen schoof ik met m’n linker hand vlak achter de pen aan.
Een enorme smeerboel, daar zat ze niet mee. Ik kreeg toch nog een 5, het gaf niet.
Een hele lieve juf. Ze las ook voor van Jip en Janneke, net als m’n moeder.
Alle zes jaar in de bank naast mijn vriendje Carel. Lopen van en naar school, best ver,
en leuk. De eerste paar jaar vaak onderweg een gevecht. Op de Heemraadssingel.
Met een stelletje kinderen die van de andere kant naar hún school liepen.
Ze riepen poep-chinezen of zo iets (Carel heeft een Indonesische moeder) en wij dan
iets van drie-dubbel-overgehaalde… Het vechten was 1 tegen 1, de rest stond er omheen.
Geeske, het zusje van Carel, 1 jaar ouder, vocht van onze kant met een ander meisje,
rollend over de grond. Ze was er erg goed in. Na 1 of 2 minuten liepen we weer
onbekommerd verder.
De Middellandstraat oversteken: wachten op de bus
die de Burg. Meineszstraat in reed –wij ernaast lopend. En dan de kortste weg: door
een smalle straat, met op wasdag de was aan lijnen tussen de huizen en uit de ramen
met elkaar pratende vrouwen. Er was een zaakje waar ze heet water voor de was verkochten,
dat dan in dampende emmers in de huizen de trappen op werd gesjouwd.
Er zaten geen kinderen uit die straat bij ons op school. Toen dacht ik daar niet over na,
nu denk ik: we hadden toch wel een “bovenlaag” school.
En in de straat van de school: het winkeltje van Piet Brand, een uitdragerij van oude spullen.
Hij was vroeger bokser geweest, en had een beetje platte rode neus…
IJsje piepen op de Essenburgsingel en, spannender nog, de spoorsloot…
De schoolbel in het trapportaal. De lege gangen, en stiekem even in andere klassen naar
binnen kijken als ik onder de les naar de WC moest.
Kees Blokhuis, die we aan het lachen probeerden te maken bij schoolmelk drinken,
dat lukte best vaak, dan spoot de melk rond. De melkdoppen die bewaard moesten worden.
Meneer Kats, die zo’n vanzelfsprekende rust en zekerheid had…
De schoolreisjes. In de 5e naar Schoorl, heel hoog op een duin. Met voetballen
wonnen we van de 6e!! We waren heel trots. Met een beetje hulp van juffrouw van Klaveren,
die grensrechter was. De doelpalen waren stapeltjes kleren. Als een schot van de zesde
daar over of vlak langs ging riep ze “paal”.
We hadden geloof ik nooit echt huiswerk, soms thuis iets maken of een soort werkstuk…
Met gym tot het plafond in de touwen klimmen, “reis-om-de-wereld”, trefbal…
Toen we zestig werden gingen Carel en ik een dagje naar Rotterdam en liepen toen ook,
onaangekondigd, de school in. We werden met open armen ontvangen, Carel mocht
de bel luiden, er was aan de school eigenlijk niet veel veranderd zo te zien, het klopte nog…
Marius de Langen, Leerling 1951-1957