“Ik voel me thuis op de VOS”
“Mijn ouders helpen vaak op onze school”
“Door spelletjes te spelen leer ik Engels”
“Onze leraren zijn specialisten in hun vak”
“Wij werken goed samen en leren van elkaar in de klas”
“De leerkracht helpt mij met de taakjes die ik moeilijk vind”
“Zelfstandig aan de slag”